|
APRILIA 1937-1949, Vincenzo’s meesterwerk |
||||
De Aprilia is het laatste model dat nog onder de supervisie van Vincenzo Lancia is ontworpen. Vincenzo stierf onverwachts, nog voordat dit opmerkelijke model in productie was genomen. De Aprilia is van een verfrissend nieuw ontwerp, zowel wat de techniek als de vormgeving van de gestroomlijnde zelfdragende carrosserie betreft. Een model op schaal werd al in een windtunnel getest, wat een Cx opleverde van 0,47! Dat is een zeer gunstige waarde voor een gezinswagen uit die tijd, overigens wel met de kanttekening dat de achterspatschermen van het model op schaal afgedicht waren. Wat Vincenzo voor ogen had gestaan was de realisatie van een auto die met een bescheiden motor toch bovengemiddeld moest presteren. Om dat te bereiken moesten het gewicht en de luchtweerstand zo laag mogelijk worden gehouden. Daarnaast moest de nieuwe Lancia ook uitblinken in comfort, interieurruimte en rijgedrag. Welnu, het resultaat van deze ambitieuze doelstellingen mag er wezen, zoals blijkt uit de verslagen in de pers uit 1937 en de jaren daarna. Opvallend zijn de op de uiterste hoeken geplaatste wielen die een naar verhouding lange wielbasis opleveren, dus gunstig voor het comfort. Oók opvallend voor een auto uit de jaren dertig is het ontbreken van zichtbare portierscharnieren en natuurlijk ontbreekt ook bij dit model de middenstijl (net zoals bij de Augusta). Desondanks bezit de carrosserie een voor die tijd hoge mate van torsiestijfheid. Hypermodern is de eveneens volledig nieuw ontworpen 1,3 liter V4 motor van 47,8 pk, zoals blijkt uit de belangrijkste specificaties: aluminium cilinderblok met gietijzeren cilindervoeringen en een zeer kleine blokhoek, lichtmetalen drijfstangen, gietijzeren cilinderkop met bovenliggende nokkenas, halfbolvormige verbrandingskamers en kleppen onder een hoek geplaatst. Die klepopstelling is weer verantwoordelijk voor een complex bedieningsmechanisme, met drie tuimelaarassen! Opmerkelijk aan het onderstel is de onafhankelijke achterwielvering, waarbij de remmen ter verlaging van het onafgeveerd gewicht aan weerszijden van het differentieel zijn gemonteerd. In 1939 kwam de tweede serie met een iets grotere motor (nu 1,5 liter) en er zijn op het platformchassis ook talloze speciale modellen gebouwd door de bekende carrossiers van Italië. Voor Rome werd een speciale taxiuitvoering geleverd. Net zoals de Augusta is ook de Aprilia tevens in Frankrijk geproduceerd, al heeft dat voor de laatste maar kort geduurd. De auto werd daar onder de naam Ardennes verkocht.
|
|||||