De Ardea wordt met recht het kleine zusje van de Aprilia genoemd, de familieverwantschap
is inderdaad opvallend. Afgezien van de verkleining op schaal is het neusje
van de Ardea nog korter en loopt de achterkant van de zelfdragende carrosserie
steiler naar beneden af dan bij de Aprilia. In haar tijd was de Ardea
het instapmodel van Lancia, dus is het logisch dat de auto in technisch
opzicht een stuk minder interessant is dan de Aprilia. Maar Lancia zou
Lancia niet zijn als de motor toch niet volledig nieuw ontworpen was.
Ook deze is weer hypermodern voor zijn tijd: een ultrakort V4 motorblok,
bovenliggende nokkenas aangedreven door een dubbele ketting met automatische
kettingspanner, halfbolvormige verbrandingskamers, kleppen onder een hoek
geplaatst, lichtmetalen drijfstangen en krukas driemaal gelagerd in bronzen
lagers voorzien van een laagje witmetaal.
De Ardea is tussen 1939 en 1953 in vier series gebouwd. De tweede serie
kwam in januari 1948, met als belangrijkste verbeteringen een gewijzigde
cilinderkop, hydraulische achterschokdempers en een 12V installatie. Een
half jaar later verscheen de derde serie met als de meest ingrijpende
optische wijzigingen en technische verbeteringen: geen overlangse ribbel
meer in het dak, eendelige achterruit en een vijfversnellingsbak (vijfde
als overdrive!). De Ardea is daarmee de eerste in serie gebouwde personenauto
ter wereld met een vijfbak. Met de vierde serie (1949-1953) kwam er een
aluminium cilinderkop als belangrijkste verbetering; er zijn van deze
serie ook de meeste geproduceerd: 11.700.
|
Carrosserie:
Motor:
Versnellingsbak:
Banden:
Wielbasis:
Gewicht:
Productie-aantal:
Topsnelheid: |
Zelfdragend.
V4 met een blokhoek van 19°54’ en een bovenliggende nokkenas,
903 cc, 29 pk.
Vier versnellingen, vanaf de 3e serie vijf versnellingen, ongesynchroniseerd.
145-400 of 4.00-15.
2440 mm.
780 kg.
Circa. 32.000.
108 km/h (4e serie 110 km/h). |
|