Na de overname door Fiat in 1969 moest Lancia snel door een nieuw en weer
winstgevend te produceren model op de been worden geholpen. Al in 1972
verscheen de nieuwe Lancia, een ‘fast back’ vierdeursmodel.
Voor de naamgeving werd teruggegrepen op het gebruik van de letters van
het Griekse alfabet, zoals Lancia dat sinds 1906 tot de jaren dertig gewend
was te doen. Om verwarring met dat andere Italiaanse merk te voorkomen
werd de letter a (alfa) overgeslagen en werd het de letter b, Beta dus.
De Beta was van een totaal nieuw ontwerp, echter met gebruikmaking van
vele componenten uit het Fiatmagazijn waaronder de dwars voorin geplaatste
motor en transmissie. Daardoor werd en wordt de Beta door Lanciafanaten
niet als een echte Lancia beschouwd. Terecht of niet, feit is dat een
merk als Jaguar zelfs twee keer door een andere autofabrikant werd overgenomen
en toch gewoon Jaguar gebleven is, dus waarom Lancia dan niet? Of al die
andere merken met een overnameverleden zoals Citroën, Audi, Bentley,
Maserati en ga zo maar door. Hoe dan ook, de Beta is bij zijn introductie
door de pers geprezen en wel op grond van zijn technische specificaties,
prestaties, uitrusting en rijkwaliteiten.
Na de nogal kleurloze Berlina verschenen gelukkig ook aantrekkelijk vormgegeven
varianten zoals de Coupé, de HPE (High Performance Executive) met
achterklep, de door Zagato gebouwde Spider (ontwerp Pininfarina) en als
buitenbeentje de door Pininfarina ontworpen en gebouwde Montecarlo (Scorpion
voor de Amerikaanse markt). De laatste een tweezits sportcoupé
met middenmotor, die oorspronkelijk het grotere zusje van de Fiat X1/9
had moeten worden. Er is op het laatst ook nog een ‘notch back’
Berlina uitgebracht in afwachting van de Thema, met de naam Trevi. Bijzonder
op motorengebied in de Betaserie is de tweeliter Volumexmotor met mechanische
Roots compressor!
Achteraf bezien mag men toch wel vaststellen dat met name de aantrekkelijke
modelvarianten van de Betaserie de liefhebber van jonge Italiaanse klassiekers
veel te bieden hebben, ook al missen ze de typische Lanciakwaliteit van
voorheen. Helaas heeft de reputatie nog steeds te lijden van de roestproblemen
met vooral Beta’s van de eerste serie, een probleem overigens waar
alle merken in die tijd mee te maken kregen vanwege het intensief pekelen
van de wegen in de winter.
|
Carrosserie:
Motor:
Versnellingsbak:
Banden:
Wielbasis:
Gewicht:
Productie-aantal:
Topsnelheid: |
Alle modellen zelfdragende stalen carrosserie,
Viercilinder lijnmotor met twee bovenliggende nokkenassen, 1297, 1301,
1367, 1438, 1585, 1592, 1756, 1920 en 1995 cc, 82 tot 135 pk
Standaard vijf versnellingen op alle modellen, vanaf 2e serie leverbaar
met drietrapsautomaat.
155-14 tot 185/60-14.
2540 mm, coupe en spider, 2350 mm, Montecarlo 2300 mm.
990 tot 1195 kg.
Circa 436.000.
160 tot 200 km/h. |
|